Kiezen voor co-ouderschap?
“Wij willen gaan voor co-ouderschap” zei een scheidend paar onlangs tijdens een eerste bemiddelingsgesprek. Meestal exploreer ik dan de wens van beide ouders en ga ik na hoeveel ruimte er is om hier een realistische invulling aan te geven.
Ook bekijk ik in welke fase van de scheidingsprocedure ouders zich bevinden en welke verwachtingen ze hebben ten opzichte van het co-ouderschap. Hoe ziet de ideale omgangsregeling er voor hen dan uit? En, ik stel kritische vragen over de invulling van het co-ouderschap.
Enkele voorwaarden voor het welslagen van co-ouderschap:
- Overweeg je co-ouderschap? Stel je jezelf dan de vraag of de kinderen dit aan kunnen. Je kind zal moeten leven in 2 woningen, misschien wel in 2 verschillende gezinssystemen.
Dit betekent dat het zich telkens weer moet aanpassen. Is je kind hier toe in staat?
- Goede communicatie met je ex is een basisvoorwaarde, zonder goed overleg en degelijke afspraken heeft co-ouderschap weinig kans op slagen. Houd er ook rekening mee dat je als ouders elkaar nog veel zult zien.
- Omwille van praktische zaken, zoals de afstand van school voor de kinderen, is het handig als de ouders niet ver uit elkaar wonen.
- Het is praktisch als één van beide ouders niet fulltime werkt.
In de praktijk blijkt meestal dat één van beide ouders meer tijd met de kinderen doorbrengt en flexibeler met zijn of haar tijd kan omgaan dan de andere. Dit kan ook belangrijk zijn wanneer er zich onverwachte situaties voordoen.
- Ook de aanwezigheid van een netwerk bestaande uit familieleden, vrienden, buren kan helpen om op terug te vallen als er noodgedwongen van een vaste afspraak moet afgeweken worden.
- Houd in gedachten dat de belangrijkste uitvoerders van het co-ouderschap jullie kinderen zijn, zij moeten het co-ouderschap dat jullie bedacht hebben aankunnen.
Als het antwoord op deze voorwaarden voor het merendeel positief is dan valt co-ouderschap zeker te overwegen. Een dergelijke verblijfsregeling biedt voor- en nadelen...
Een positieve kant van co-ouderschap is dat kinderen niet moeten kiezen voor één van beide ouders. Op die manier verkleint de kans op loyaliteitsconflicten. Omdat beide ouders ook instaan voor de zorg is er minder kans dat de kinderen van één van beide ouders vervreemden.
Nadelen van een dergelijke regeling zijn er voor de kinderen, omdat zij telkens moeten verhuizen en het voor hen telkens weer aanpassen is. Maar ook voor ouders kunnen er negatieve bijkomstigheden zijn, onder andere financiële gevolgen. Veel spullen zoals bijvoorbeeld kleding zullen dubbel aangekocht moeten worden.
Het belangrijkste blijft echter de communicatie tussen “ouders”. Er zal constructief gecommuniceerd moeten worden en, er zullen knopen door gehakt moeten worden. Als ouders hier toe in staat zijn en positief staan tegenover bovenstaande opmerkingen dan heeft co-ouderschap zeker kans op slagen.